Om misstanden in de uitzendsector tegen te gaan, komt het kabinet met een verplicht certificeringsstelsel voor uitzendbureaus. Naar verwachting zal de certificeringsplicht vanaf 1 januari 2025 gaan gelden.
Dat heeft minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) op 05-07-2022 in een Kamerbrief laten weten.
‘Onhoudbare situatie’
‘Ondanks jarenlange inspanningen van publieke en private partijen blijft malafiditeit in de uitzendsector een hardnekkig probleem’, zo schrijft Van Gennip. Zij spreekt van een ‘onhoudbare situatie’ waarin misstanden plaatsvinden, vooral onder arbeidsmigranten, zoals onderbetaling en huisvesting. Malafide uitleners verstoren de economische, sociale ordening volgens de minister. ‘Uitleners en inleners die zich wél aan de regels houden, dreigen uit de markt gedrukt te worden doordat malafide uitleners door de benadeling van arbeidskrachten een lagere prijs bieden’.
Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (Commissie Roemer) pleitte eerder ook al voor verplichte certificering voor uitzendbureaus.
De kern van de verplichte certificering is:
– alle uitleners (ondernemingen of rechtspersonen die arbeidskrachten ter beschikking stellen) moeten zich laten certificeren als zij arbeidskrachten ter beschikking willen stellen
– alle ondernemingen of rechtspersonen die gebruik willen maken van ter beschikking gestelde arbeidskrachten mogen uitsluitend inlenen van gecertificeerde uitleners. Dit geldt ook voor doorleensituaties
Het kabinet stelt voor om de certificeringsplicht te laten gelden voor alle ondernemingen, die in Nederland aan terbeschikkingstelling van arbeid doen als bedoeld in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi).
De reikwijdte is breder dan alleen uitzendbedrijven. De verplichting geldt voor elke (buitenlandse) onderneming die in Nederland werknemers uitleent aan een ander bedrijf. Daarmee treft de verplichting ook veel bedrijven buiten de uitzendbranche.
Gelijk speelveld voor uitzendbureaus
In een nieuwsbericht meldt de Rijksoverheid dat de verplichte certificering een tweeledig doel heeft. Allereerst wil het kabinet de positie van arbeidskrachten beter beschermen. Het staat voorop dat een groep werkgevers goed omgaat met de arbeidskrachten in uitzendsituaties (onder wie arbeidsmigranten). Maar de kwalijke situaties, waarin te veel arbeidskrachten in uitzendsituaties verkeren, moeten zo snel mogelijk gestopt worden.
Daarnaast wil het kabinet een gelijk speelveld voor uitzendbureaus waarborgen. Onder andere door ervoor te zorgen dat partijen die zich niet aan de regels houden van de markt worden geweerd.
Aanvullende eisen
Om als uitzender (uitlener) in aanmerking te komen voor een certificaat moet de uitzendorganisatie naast de reeds geldende eisen bij het private SNA-keurmerk, ook voldoen aan de volgende 6 aanvullende verplichtingen:
1. betaling van het juiste loon op grond van de loonverhoudingsnorm;
2. een verklaring omtrent het gedrag (VOG);
3. een bankgarantie (waarborgsom van € 100.000;
4. het aanbieden van gecertificeerde huisvesting;
5. het doorgeleiden van informatie over veiligheid op de werkplek; en
6. controle op pensioenaansluiting
De waarborgsom van € 100.000- is overigens een voorstel dat de ABU in 2020 ook al heeft gedaan.
Zelfregulering combineren met vergunningsstelsel
Het kabinet wil ‘waardevolle elementen van zelfregulering met een publiek-private samenwerking’ combineren met ‘waardevolle elementen van een vergunningsstelsel, zoals een toetredingsmechanisme tot de markt’.
De minister zegt nadrukkelijk de private sector te betrekken bij de uitvoering van het verplicht certificeren via een publiek-privaat stelsel. Het kabinet gebruikt de komende tijd om samen met sociale partners de uitvoering van het stelsel verder uit te werken en voor te bereiden.
De Nederlandse Arbeidsinspectie moet gaan toezien op de naleving van de certificeringsplicht en daarvoor wordt structureel € 10,5 miljoen voor uitgetrokken. Op dit moment zijn er zo’n 15.000 uitzendbureaus in Nederland en naar verwachting zal de certificeringsplicht vanaf 1 januari 2025 gaan gelden.